Volgens de pessimisten zijn er in de loop der eeuwen veel bedreigingen op het onderwijs afgekomen. Vaak werden technische en technologische ontwikkelingen gezien als vervanger van de leraar.
Videogaming, ook een mogelijke zegen voor het onderwijs?
In dit artikel zal aandacht worden besteed aan twee fenomenen, die samenhangen met de mogelijk positieve impact van videogaming op adolescenten. Het lijkt REMEDIAAL goed om – naast alle negatieve berichtgeving over gamingrecent onderzoek te belichten dat op die meer gunstige invloed van dit waanzinnig populaire speeltje focust.
Inclusief onderwijs en autisme: het versterken van leraren
Leerlingen met autismekenmerken die pas later in hun ontwikkeling opvallen, lijken op school in eerste instantie minder problemen te hebben. Dat kan echter veranderen, onafhankelijk van een klinische diagnose. Kijk daarom verder dan een diagnose, en ondersteun leraren in het bieden van inclusief onderwijs aan alle kinderen met autismekenmerken.
Onderwijs en jeugdzorg met elkaar verbonden
Vanuit literatuurstudie blijkt dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat ketensamenwerking leidt tot betere zorguitkomsten en dat dit om een doorbreking van bestaande werkwijzen en een andere blik van professionals vraagt. Het toont tevens de complexiteit aan waar de professional mee dient om te gaan; een verandering op micro meso en macroniveau (Minkman, Ahaus & Huijsman, 2010). Dit artikel laat, naar aanleiding van een ontwerponderzoek, zien op welke wijze ketensamenwerking tot stand kan komen in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Er wordt een opzet gemaakt voor een Jongeren Service Punt; een locatie in het Voortgezet Onderwijs waar professionals vanuit verschillende organisaties werkzaam zijn en waar leerlingen met vragen van alle dag terecht kunnen. Het onderzoek heeft in het kader van de Master (S)EN opleiding medio 2015/2016 plaatsgevonden op het Blariacumcollege te VenloBlerick.
Dyscalculie kan soms samengaan met dyslexie
In de wetenschappelijke literatuur wordt nauwelijks aandacht besteed aan het onderscheid tussen een ernstig rekenprobleem en dyscalculie (Van Luit, 2010). Voor gedragsdeskundigen is het gebruikelijk uit te gaan van crite-ria die in internationaal erkende classificatiesystemen, zoals de DSM-5 (2014) worden gebruikt, ondanks het feit dat er in de wetenschappelijke literatuur steeds vaker wordt gediscussieerd over deze wijze van indelen van stoornis-sen. Classificatiesystemen voor psychische stoornissen zijn ontwikkeld voor gebruik bij hulpverlening, opleiding en onderzoek. Problematisch is evenwel dat dyscalculie en ook dyslexie in de DSM-5 niet (meer) als zodanig zijn benoemd. Er wordt nu uitgegaan van de classificatie ‘Specific Learning Disorder’ die is onderverdeeld in stoornis 315.0 (lezen), 315.1 (rekenen) en 315.2 (schrijfvaardigheid), waarbij de criteria – wanneer wel/niet is voldaan aan de stoornis – uitermate vaag zijn.





