Op 10 juni 2016 nam Ludo Verhoeven afscheid als hoogleraar Orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar wie dacht dat Verhoeven van plan was om zich terug te trekken uit het openbaarheid, heeft het mis.
Nieuws uit het onderwijs – 1645
Nieuws uit het onderwijs
Dyslexie en de Wetenschap van het individu
De auteurs van het boek The Dyslexia Debate (Elliott & Grigorenko, 2014) concluderen op basis van een uitgebreid overzicht van de literatuur uit diverse wetenschappelijke disciplines dat het label “dyslexie” voor kinderen die pro-blemen hebben met het verwerven van de lees- en spelling-vaardigheid, volledig overbodig is.
Dyslexie en autisme in het VO, begrijpen en begeleiden
Kinderen met dyslexie en autisme hebben het dubbel lastig in het onderwijs. Als leraren en zorgcoördinatoren/mentoren voldoende kennis hebben van de achtergronden en specifieke problemen van deze leerlingen kunnen ze hen beter begeleiden. Betoogd wordt dat het zinvoller is vast te stellen wat een leerling nodig heeft om zijn talenten te ontwikkelen in het onderwijs, dan precies te weten welke diagnose de leerling heeft. Dat past ook goed bij de ontwikkeling richting Passend Onderwijs.
Dyscalculie kan soms samengaan met dyslexie
In de wetenschappelijke literatuur wordt nauwelijks aandacht besteed aan het onderscheid tussen een ernstig rekenprobleem en dyscalculie (Van Luit, 2010). Voor gedragsdeskundigen is het gebruikelijk uit te gaan van crite-ria die in internationaal erkende classificatiesystemen, zoals de DSM-5 (2014) worden gebruikt, ondanks het feit dat er in de wetenschappelijke literatuur steeds vaker wordt gediscussieerd over deze wijze van indelen van stoornis-sen. Classificatiesystemen voor psychische stoornissen zijn ontwikkeld voor gebruik bij hulpverlening, opleiding en onderzoek. Problematisch is evenwel dat dyscalculie en ook dyslexie in de DSM-5 niet (meer) als zodanig zijn benoemd. Er wordt nu uitgegaan van de classificatie ‘Specific Learning Disorder’ die is onderverdeeld in stoornis 315.0 (lezen), 315.1 (rekenen) en 315.2 (schrijfvaardigheid), waarbij de criteria – wanneer wel/niet is voldaan aan de stoornis – uitermate vaag zijn.