Net als veel andere scholen in Nederland is ‘Het Schoter’ in Haarlem aan het werk gegaan met de vraag ‘Hoe moet het onderwijs in de 21ste eeuw eruit zien? Wat vragen vervolgopleiding en arbeidsmarkt straks van onze leerlingen?’ Op Het Schoter resulteerde dit in het zogenaamde XL-leren.
Onderwijs en jeugdzorg met elkaar verbonden
Vanuit literatuurstudie blijkt dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat ketensamenwerking leidt tot betere zorguitkomsten en dat dit om een doorbreking van bestaande werkwijzen en een andere blik van professionals vraagt. Het toont tevens de complexiteit aan waar de professional mee dient om te gaan; een verandering op micro meso en macroniveau (Minkman, Ahaus & Huijsman, 2010). Dit artikel laat, naar aanleiding van een ontwerponderzoek, zien op welke wijze ketensamenwerking tot stand kan komen in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Er wordt een opzet gemaakt voor een Jongeren Service Punt; een locatie in het Voortgezet Onderwijs waar professionals vanuit verschillende organisaties werkzaam zijn en waar leerlingen met vragen van alle dag terecht kunnen. Het onderzoek heeft in het kader van de Master (S)EN opleiding medio 2015/2016 plaatsgevonden op het Blariacumcollege te VenloBlerick.
Peer Coaching: leren van en met elkaar
Peer Coaching is een effectieve methode van begeleiden om leerlingen en studenten succesvoller te laten zijn in hun stu-dieloopbaan. Coaching door schoolgenoten helpt frustraties tijdens het leerproces te voorkomen, een mogelijk isolement tegen te gaan en 21ste eeuwse vaardigheden als zelfreflec-tie, samenwerken en sociaal-cultureel gevoel te oefenen.
Taalbewuste docenten verhogen kans op school-succes mbo-leerling
Het taalniveau van leerlingen vraagt speciale aandacht in het middelbaar beroepsonderwijs, doordat het ministerie van onderwijs het vak Nederlands sinds 2010 verplicht heeft gesteld.
SWPBS: Responsiveness to Intervention
Hoe kan een leraar ervoor zorgen dat leerlingen gedegen en goed onderwijs krijgen dat aansluit bij hun onder-wijsbehoeftes? En hoe weten we of wat we doen ook echt werkt? Anders gezegd: ‘doen we het goede?’ De werkwijze Responsiveness to Intervention RtI heeft in de Verenigde Staten laten zien op deze vragen een antwoord te kunnen geven. Kan het ook in het Nederlandse onderwijs een meer-waarde zijn?