Recensie van Rekenproblemen en Dyscalculie (Ruijssenaars, Van Luit, & Van Lieshout, 2004)
Stress bij rekenen-wiskunde in het voortgezet onderwijs
Bij jeugdigen met dyscalculie en ernstige reken-wiskundeproblemen op het voortgezet onderwijs kan de stress hoog oplopen. Spanning rondom toetsen, black-outs en paniekaanvallen kunnen het plezier in het leren ernstig belemmeren. In dit artikel zetten wij uiteen hoe middelbare scholen hun leerlingen met dyscalculie en ernstige reken-wiskundeproblemen kunnen ondersteunen bij het verminderen van hun stress.
Inzetten op autonome motivatie en betrokkenheid bij reken- en wiskundeprestaties, ook bij leerlingen met dyscalculie
Slecht zijn in wiskunde heeft grote gevolgen. Voor leerlingen met dyscalculie vormt dit een extra drempel. De school is de uitgelezen plek om ervoor te zorgen dat als leerlingen een wiskundeopdracht krijgen, ze denken: “Yes, ik ga dat proberen!” Inzetten op autonome motivatie en betrokkenheid lijkt dan ook van groot belang.
Dyscalculie: praktijk en beleid in het vo
Leerlingen met dyscalculie hebben voor hen passend rekenonderwijs nodig om er voor te zorgen dat ze de schoolloopbaan die ze zijn begonnen ook af te kunnen maken. In dit artikel wordt bepleit dat de school de noodzakelijke maatregelen daartoe treft. De directeur van de school is het bevoegd gezag om dit mogelijk te maken.
Dyscalculie kan soms samengaan met dyslexie
In de wetenschappelijke literatuur wordt nauwelijks aandacht besteed aan het onderscheid tussen een ernstig rekenprobleem en dyscalculie (Van Luit, 2010). Voor gedragsdeskundigen is het gebruikelijk uit te gaan van crite-ria die in internationaal erkende classificatiesystemen, zoals de DSM-5 (2014) worden gebruikt, ondanks het feit dat er in de wetenschappelijke literatuur steeds vaker wordt gediscussieerd over deze wijze van indelen van stoornis-sen. Classificatiesystemen voor psychische stoornissen zijn ontwikkeld voor gebruik bij hulpverlening, opleiding en onderzoek. Problematisch is evenwel dat dyscalculie en ook dyslexie in de DSM-5 niet (meer) als zodanig zijn benoemd. Er wordt nu uitgegaan van de classificatie ‘Specific Learning Disorder’ die is onderverdeeld in stoornis 315.0 (lezen), 315.1 (rekenen) en 315.2 (schrijfvaardigheid), waarbij de criteria – wanneer wel/niet is voldaan aan de stoornis – uitermate vaag zijn.