Waarom is het aanpakken van pesten in het voortgezet onderwijs moeilijker in vergelijking met het basisonderwijs? We bespreken recent onderzoek naar verschillen in de schoolcultuur, met aandacht voor consensus binnen het team en openheid van het management. De resultaten verklaren deels waarom er nog geen effectieve antipestprogramma’s in het voortgezet onderwijs zijn.
Dyslexie onder de loep: wat zijn de concerns in 2015?
Sinds 2004 werkt het Masterplan Dyslexie aan de invoering van de Protocollen (Leesproblemen en) Dyslexie in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Hoewel de conferenties en uitgaven van het Masterplan Dyslexie positief worden ontvangen, blijkt het in de praktijk nog steeds lastig om echt werk te maken van dyslexiebeleid. Dat bleek ook al uit onderzoek door het SCO-Kohnstamm instituut (2006), de Onderwijsinspectie (2011, 2012) en het Masterplan Dyslexie (2013). Reden genoeg om de stap te maken naar een traject waarbij vo-scholen – aan de hand van het herziene Protocol Dyslexie vo – op maat worden begeleid bij het opstellen, bijstellen en uitvoeren van hun dyslexiebeleid. Als je ze op deze wijze bij de hand neemt, wat zijn dan de onderwerpen die vo-scholen anno 2015 onder de loep willen nemen?
Anti-pestprogramma’s voor het voortgezet onderwijs
In Nederland ontbreken anti-pestprogramma’s die effectief en schoolbreed ingezet kunnen worden in het voortgezet onderwijs. In deze bijdrage wordt besproken hoe pesten tot stand komt en waarom de aanpak van pesten ingewikkelder is in het voortgezet onderwijs dan in het basisonderwijs. Het KiVa-programma wordt besproken als voorbeeld van een mogelijk effectieve interventie.