De kwaliteit van het onderwijs en daarmee de kwaliteit van docenten ligt al een aantal jaar onder het vergrootglas. Niet alleen zouden de schoolprestaties verbeterd moeten worden, maar er wordt met de invoering van Passend onderwijs ook verlangd dat leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften worden opgevangen in het reguliere onderwijs. Dit betekent dat je als docent je lessen zo kunt aanpassen, dat je aansluit bij de behoeften en instructie-niveaus van alle leerlingen. Docenten, vooral in het Voortgezet en Middelbaar (beroeps) onderwijs, zien deze differentiatie en didactiek als een uitdaging. Ze werken doorgaans met een vaste les-opzet zoals het nabespreken van huiswerk, een klassikale instructie, zelfstandig werken en opgeven van nieuw huiswerk. Differentiëren naar niveaus of behoeften met behulp van verschillende instructievormen, opdrachten en groepsformaties gebeurt nog op kleine schaal.